27 februari 2017

Column Lotte de Bruijn: ‘Olievlek’

‘Software is eating the world’. Deze bekende uitspraak van Silicon Valley-investeerder Marc Andreessen is al weer ruim vijf jaar oud. Het was de titel van een artikel waarin Andreessen beschrijft hoe software de traditionele bedrijfsmodellen in alle sectoren van de economie verandert en vervangt. De observatie wordt inmiddels breed gedeeld, ook in Nederland. Misschien zelfs wel nog meer in Nederland dan in de meeste andere landen.

Eind 2016 is een onderzoek gepubliceerd namens de wereldwijde software-alliantie BSA. Hierin staat dat software – direct en indirect – een bijdrage levert van 7,4 procent aan het Europese BBP. En ruim 5 procent van de banen in Europa hebben we volgens de publicatie te danken aan software. Helaas beperkt het onderzoek zich tot de vijf grootste EU-lidstaten en staan er geen specifieke cijfers in over Nederland. Maar omdat Nederland op alle fronten tot de digitale top van Europa behoort, durf ik best te beweren dat de percentages in ons land nog hoger liggen. De ICT-sector groeit harder dan de Nederlandse economie en binnen de sector is software al een aantal jaar de snelst groeiende tak. Bovendien is er waarschijnlijk sprake van een ‘verborgen softwaresector’ die in de officiële cijfers ontbreekt. Dit zijn bedrijven die zijn gestart in een bepaalde sector, maar die zich sindsdien hebben ontwikkeld tot een softwarebedrijf. Wat mij betreft is het in kaart brengen van deze verborgen softwarebedrijven een mooi doel voor een volgend onderzoek.

Zo verspreidt software zich als een olievlek over alle delen van onze economie. Moderne melkveehouders gebruiken software voor ‘koe-management’ om hun veestapel te beheren. Bedrijven in de bouw en ruimtelijke ordening gebruiken geavanceerde bouwinformatiesystemen. Een iconisch bedrijf als Philips heeft de transformatie gemaakt van elektronicaproducent naar softwarebedrijf en is gespecialiseerd in medische toepassingen.

En het einde is nog lang niet in zicht. Ik heb met veel interesse gekeken naar de reeks nieuwe oplossingen die tijdens de Consumer Electronics Show CES 2017 zijn gepresenteerd. De beurs geeft een mooi overzicht van wat ons nog te wachten staat. Van een niche product als een onderwaterdrone voor vissers worden sommige mensen vast heel gelukkig. Maar e-health oplossingen als hightech gehoorapparaten of een slimme insulinepomp kunnen onze kwaliteit van leven flink verbeteren.

Naarmate software de wereld zoals gezegd ‘opeet’, wordt het belang van ICT voor een steeds grotere groep duidelijk. Bij Nederland ICT zien we de effecten van deze ontwikkelingen dagelijks. Onderwerpen waar wij ons al jaren mee bezighouden, staan in toenemende mate bij andere sectoren op de agenda: security, privacy, tekorten aan medewerkers met de juiste vaardigheden.

Met de verkiezingen in het vooruitzicht, hoop ik dat politici het belang van ICT nog meer onderkennen. Onlangs is Kamerlid Kees Verhoeven verkozen tot ICT-politicus van het jaar 2016. Een terechte winnaar wat mij betreft. Op sommige punten verschillen we misschien van inzicht, maar Verhoeven onderscheidt zich in mijn ogen met zijn visie op de kansen en uitdagingen van de digitale transformatie.

Zowel onze regering als het parlement kunnen wel wat meer visie op digitalisering gebruiken. Daar komt nog eens bij dat een flink deel van de Kamerleden met ICT in hun portefeuille na de verkiezingen niet terugkeert in de Kamer. Van de kennis die er nu wel is, gaat dus een deel verloren. Dat is ontzettend jammer. Toch ben ik positief en zie ik de verkiezingen als een waanzinnige kans voor ambitieuze nieuwe Kamerleden om de vrijkomende ICT-portefeuilles te claimen. Ze mogen zich dan storten op onderwerpen die alle Nederlanders raken en die grote kansen bieden voor onze economie en maatschappij. Ze kunnen bijdragen aan beleid dat bepalend is voor de digitale toekomst van Nederland. Als ik verkiesbaar was, zou ik het wel weten.

Deze column van Lotte de Bruijn is verschenen in ChannelConnect van februari 2017.