14 oktober 2015

Leren experimenteren

Veel start-ups komen nooit verder dan die eerste fase. Ze worden opgekocht of gaan roemloos weer ten onder. Maar dat wordt in start-up-land niet erg gevonden. Integendeel: falen is onlosmakelijk verbonden met innoveren en wordt daarom juist aangemoedigd. Door fouten te maken leren ze waardevolle lessen voor de volgende onderneming. Deze instelling wordt mogelijk gemaakt door het juiste klimaat. Dankzij een goede infrastructuur en laagdrempelige toegang tot software en hardware is het makkelijker dan ooit om een start-up te beginnen en relatief pijnloos als die start-up mislukt.

In Nederland zijn de uitgangspunten voor dit klimaat ideaal. Niet voor niets doen we het goed in internationale ranglijsten voor digitalisering en de toepassing van ICT. Maar die goede positie biedt geen enkele garantie voor de toekomst. Een jaar geleden lanceerde Nederland ICT de ambitie dat ons land in 2020 de eerste echt digitale economie van Europa zal zijn. Willen we onze ambitie waarmaken, dan moeten we de komende vijf jaar in ieder geval nog twee Europese landen passeren. Er zijn twee remmende factoren waar we in ieder geval wat aan moeten doen. De eerste is het tekort aan hoogopgeleide ICT-ers. De tweede is belemmerende wet- en regelgeving.

Onze economie digitaliseert in hoog tempo. De vraag naar ICT en slimme toepassingen zal sterk toenemen. De boodschap begint wel door te dringen, maar de echte urgentie wordt nog niet onderkend. Maak jongens en meisjes enthousiast voor technologie, om te beginnen door ze al op de basisschool te leren programmeren. Het is denk ik geen kwestie of dat gaat gebeuren, maar de vraag is wanneer die beslissing wordt genomen. Ik hoop snel.

Wat betreft de wet- en regelgeving is het heel positief dat het kabinet de koe bij de horens heeft gevat. Minister Kamp gaat het komend half jaar experimenten mogelijk maken met nieuwe technologie en nieuwe verdienmodellen. De felle discussies over de gevolgen van nieuwe diensten als Airbnb en Uber laten zien dat daar veel behoefte aan is.

Ruimte bieden is niet hetzelfde als geen regels stellen. Het is heel positief als het uitgangspunt is om nieuwe diensten kansen te bieden. Dat is niet hetzelfde als technologische anarchie mogelijk maken. Integendeel. Waar de overheid ruimte biedt, zullen aanbieders van hun kant daar met de nodige zorgvuldigheid gebruik van moeten maken. Ik denk daarbij aan zaken als privacy en veiligheid. Het is in het belang van iedereen en zeker in het belang van onze sector dat daar goed mee om wordt gegaan.

Een voorwaarde voor de ontwikkeling van de digitale economie is vertrouwen bij zowel de burger als de zakelijke gebruiker. In de niet-digitale wereld is fraude helaas soms niet te voorkomen. In de digitale wereld is dat niet anders. Maar ICT heeft als geen ander het vermogen om te leren van fouten en oplossingen direct toe te passen. Juist om deze reden is het zo goed om ruimte te bieden voor experimenten. De zelfrijdende auto en drones zijn in het oog springende voorbeelden, maar ook op andere gebieden valt er nog veel te experimenteren. Robotica, 3D-printing, het internet-of-things en nieuwe initiatieven op het gebied van de deeleconomie lenen zich daar goed voor.

Nederland kan op al die gebieden de ICT-proeftuin van Europa worden. Dat is niet alleen aantrekkelijk voor start-ups, maar ook voor internationale bedrijven die gebruik zullen willen maken van de regelluwe Nederlandse situatie. Met het initiatief van minister Kamp is Nederland als Digital Delta van Europa een stap dichterbij gekomen.

Deze column verscheen in september 2015 in ChannelConnect.