Doorbetaling onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantie
Over de vraag welke loonbestanddelen medewerkers tijdens vakantie zouden moeten ontvangen zijn de laatste tijd diverse rechtelijke uitspraken gedaan, zowel in Nederland als in Europa. Deze uitspraken maken het in sommige gevallen noodzakelijk wijzigingen te overwegen in de wijze waarop je als werkgever het salaris vaststelt dat je betaalt tijdens vakantie. Graag brengen wij je op de hoogte van deze ontwikkelingen en gaan we in op de wijzigingen rondom vakantietoeslag. We hebben een aantal veelgestelde vragen voor je op een rij gezet.
Het Europees Hof van Justitie heeft bepaald dat medewerkers tijdens vakantie recht hebben op doorbetaling van toeslagen die intrinsiek verbonden zijn met de werkzaamheden en structureel worden uitbetaald. Veelal ging het om de vraag of de werknemer tijdens vakantie ook recht heeft op betaling van onregelmatigheidstoeslag (ORT). Het kan in sommige gevallen echter ook gaan om andere toeslagen die aan dit dubbele criterium voldoen.
Kort samengevat is de situatie nu zo dat de medewerker voor wie onregelmatigheid intrinsiek verbonden is met zijn werkzaamheden en die daarvoor structureel een onregelmatigheidstoeslag ontvangt, deze toeslag ook moet ontvangen tijdens zijn vakantie, als aannemelijk is dat medewerker deze toeslagen ook had ontvangen wanneer hij of zij gewerkt had. Komt onregelmatig werk in de functie voor, maar is die onregelmatigheid niet intrinsiek verbonden met het werk, dan hoeft de toeslag voor onregelmatig werk niet te worden doorbetaald tijdens vakanties.
Er is in verschillende procedures inmiddels een uitspraak gedaan over de vraag of toeslagen daadwerkelijk intrinsiek verbonden zijn aan werkzaamheden. Aan het vereiste van intrinsieke samenhang is over het algemeen voldaan als de werkzaamheden waarvoor de toeslag verstrekt wordt, als een standaardonderdeel van het werk kunnen worden gezien (denk bijv. aan een werknemer die standaard in de nacht werkt). Of dit het geval is moet worden bekeken over een representatieve periode van bijvoorbeeld 6 of 12 maanden. Er valt hierover dus geen standaardoordeel te geven nu de situatie per bedrijf, functie of zelfs werknemer kan verschillen.
Welke toeslagen verplicht moeten worden doorbetaald tijdens vakantie is afhankelijk van de vraag welke toeslag intrinsiek verbonden is met de werkzaamheden. In de praktijk zien we vooral overwerktoeslag en onregelmatigheidstoeslag, maar te denken valt ook aan eventuele ploegentoeslag of inconveniententoeslag. We adviseren om alle, in de organisatie betaalde toeslagen, hierop te toetsen. Dit heeft overigens ook gevolgen voor de uitbetaling van vakantiedagen bij einde dienstverband, deze moeten namelijk worden uitbetaald tegen hetzelfde bedrag dat de werknemer zou hebben ontvangen als hij met vakantie was gegaan. Er mag namelijk geen financiële drempel zijn voor de werknemer om vakantiedagen op te nemen.
In de cao kunnen geen afspraken gemaakt worden die werkgevers geheel of gedeeltelijk ontslaan van de verplichting in beschreven gevallen toeslagen te betalen tijdens vakantie.
Over de bepaling van de hoogte van de toeslagen doet het Europees Hof geen uitspraak. Duidelijk is dat het beginsel is dat het loon tijdens vakantie overeenkomt met het loon dat ontvangen zou zijn als medewerker niet met vakantie zou gaan. Het kan om administratieve redenen de voorkeur hebben om hierbij uit te gaan van de in het voorgaande kalenderjaar gemiddeld betaalde toeslag. Referteperioden van 3 of 6 maanden voorafgaand aan de vakantieopname zien we in de praktijk ook veel. We adviseren om hierover in gesprek te gaan met je salarisverwerker.
In de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is per 1 januari 2018 geregeld dat ook over overwerk / meeruren minimaal 8% vakantiebijslag (ook wel vakantietoeslag) moet worden betaald. Deze verplichting betreft zowel de gewerkte overwerkuren als overwerkverdiensten (toeslagen). Over beide bestanddelen moeten werkgevers met ingang van 1 januari 2018 vakantiebijslag berekenen, zodanig dat de hoogte van het totale salaris over een loontijdvak tenminste 108% van het minimumloon is (loon en vakantiebijslag). In de cao is dit geregeld doordat de laagste loonschalen niet onder minimumloon komen en er een overwerktoeslag van toepassing is. Als bedrijf is het dus wel belangrijk om na te gaan of er in de lagere loonschalen in elk loontijdvak ook daadwerkelijk tenminste 108% van het minimumloon is betaald. Uiteraard is er ook sprake van 108% betaling van het minimumloon als het loon en het gereserveerde saldo van de vakantiebijslag gezamenlijk 108% van het minimumloon bedraagt.
Waar kan ik terecht bij vragen?
Voor vragen over dit onderwerp kun je terecht bij de helpdesk van Nederland ICT, telefoonnummer 0348 – 49 36 36 of per e-mail.