Column Lotte de Bruijn: ‘Averechts’
Ik ben officieel een millennial: geboren in de jaren ’80, tienertijd in de jaren ’90 en volwassen geworden in het nieuwe millennium. Mijn generatie had cassettebandjes in de auto, luisterde haar eerste singles op de discman en kocht haar eerste films op dvd. Op onze middelbare school hadden we handige klasgenoten die dvd’s konden branden. Toen we gingen studeren stond onze muziekcollectie op een mp3-speler. Met ons eerste salaris kochten we een high-end smartphone. En in ons eerste koophuis ging de tv de deur uit, want we streamen alles op de tablet.
Zo makkelijk als mijn generatie zich telkens heeft aangepast aan de nieuwe vormen waarin we entertainment kunnen consumeren, zo moeizaam heeft de entertainmentindustrie zich aangepast aan nieuwe manieren waarop ze daar geld mee konden verdienen. Met als gevolg dat de handhaving van het auteursrecht al twintig jaar botst met de digitale werkelijkheid.
Waar gaat het dan mis? Om te beginnen is er bestaand beleid dat de ontwikkeling van de technologie niet bij kan benen. Nederland ICT vertegenwoordigt de ICT-sector in de SONT, het overleg waar de hoogte van de thuiskopieheffing wordt bepaald. Begin dit jaar besloot de SONT dat de thuiskopie ook geldt voor content van streamingdiensten die offline beschikbaar wordt gemaakt. Er komt bovendien een extra heffing op devices om ook kopieën in de cloud te kunnen compenseren.
We hebben ons binnen de SONT sterk verzet tegen deze nieuwe tarieven. Zonder succes. Dat betekent dat je als consument nu drie keer betaalt voor dezelfde content: voor je Spotify-abonnement, voor het offline beschikbaar kunnen maken van je muziek én voor je smartphone die toegang biedt tot de cloud. De werkelijkheid is veranderd, het beleid wil niet mee.
Het gaat ook mis als er nieuw beleid wordt gemaakt door politici die de nuances van de digitale economie niet begrijpen. Een maand geleden stemde het Europees Parlement in met een aanpassing van het online auteursrecht. Er staan veel omstreden artikelen in de nieuwe wet, maar het meest controversieel is waarschijnlijk het zogenaamde ‘uploadfilter’. Dat houdt in dat platforms verplicht moeten monitoren of content die door gebruikers wordt geüpload geen inbreuk maakt op het auteursrecht.
De intentie van de wet is dat grote platforms als YouTube en Facebook meer moeten doen om schendingen van auteursrecht te voorkomen. Maar de wet geldt niet alleen voor een paar grote bedrijven, die geldt voor de hele digitale sector. De kans is groot dat er de komende jaren sowieso grote onzekerheid is over de definities en reikwijdte van de wet. In het ergste geval zijn kleinere bedrijven straks verplicht om te investeren in peperdure filtersoftware. Door de gevestigde bedrijven te reguleren, werpt de Europese Commissie een enorme drempel op voor kleine nieuwkomers.
Op deze manier werkt de handhaving van auteursrecht averechts. Begrijp me niet verkeerd: ik vind dat artiesten en producenten een eerlijke vergoeding moeten krijgen voor hun werk. Veel artiesten hebben – net als de consumenten – de mogelijkheden van digitale technologie ook al lang omarmd. Hoog tijd dat beleidsmakers dit goede voorbeeld gaan volgen!
Dit artikel is gepubliceerd in het Security Dossier 2018 van ChannelConnect.