13 oktober 2017

Analyse regeerakkoord: wat zijn de plannen op de belangrijkste thema’s?

POLITIEK

Het akkoord dat het beoogde kabinet deze week presenteerde is misschien wel het meest digitale regeerakkoord tot nu toe. De partijen geven aan te willen investeren in digitalisering en innovatie. Hoe pakt dat uit binnen specifieke thema’s?

We hebben voor de zes belangrijkste randvoorwaarden van de digitale economie een analyse gemaakt van de meest opvallende punten. Wat is positief, wat kan beter, wat is onduidelijk en wat is de overall conclusie? Bekijk hieronder onze analyse per thema:

Cybersecurity en privacy

Wat valt er in positieve zin op?

  • Er wordt structureel 95 miljoen euro gereserveerd voor cybersecurity. Cybersecurity krijgt eindelijk de aandacht die het verdient.
  • Hacksoftware mag alleen voor een specifieke zaak worden ingekocht door opsporingsdiensten. Binnen de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten zijn extra beperkingen aangebracht met betrekking tot het verzamelen en doorgeven van gegevens van burgers.
  • Het kabinet zal zich inzetten voor de vorming van één Europese digitale markt. Dit zal invloed hebben op de grensoverschrijdende regels die er komen op het gebied van veiligheid en privacy.

Wat kan beter?

  • De structurele reservering voor cybersecurity is specifiek voor de departementen van Veiligheid en Justitie (NCTV), Defensie (MIVD), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (AIVD), Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken. De overige departementen hebben ook behoefte aan cybersecurity. Daar wordt geen structureel budget aan toegekend.
  • Het voorstel voor standaarden voor internet-of-things-apparaten en het schrijven van veilige software mist de internationale component. Alleen de Europese markt is groot genoeg om deze standaarden en methodieken af te dwingen.
  • De overheid gaat volgens het akkoord als launching customer innovatie aanjagen door meer gebruik te maken van de Small Business Innovation Research (SBIR) regeling. De overheid zou ook launching customer moeten zijn voor Nederlandse start-ups met innovatieve cybersecurity-oplossingen die nog geen trackrecord hebben. Zo kan ze Nederlandse cyber-start-ups ondersteunen.

Wat is nog onduidelijk?

  • Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) wordt het aanspreekpunt van Computer Emergency Response Teams (CERT) van alle sectoren. De samenwerking en taakverdeling met het nieuw op te richten Digital Trust Centre is niet uitgewerkt. Ook is de rol van de overheid bij het schrijven van veilige software en mogelijke softwareaansprakelijkheid onduidelijk.
  • Om de privacy van de Nederlandse burgers te versterken mogen zij zelf bepalen aan welke instanties persoonsgegevens worden verstrekt. Het is nog onduidelijk hoe dit precies uitgewerkt wordt.
  • De bewaarplicht telecommunicatiegegevens lijkt nu te gaan gelden voor telecommunicatiegegevens van communicatiediensten. Is dat een beperking of een oprekking?

Conclusie

Het is positief dat cybersecurity een prominente rol in het regeerakkoord heeft, maar eigenlijk ook onvermijdelijk. Het beoogde kabinet reserveert 95 miljoen voor 6 departementen, dat is een goede start. Het kabinet wil ook dat de overheid als launching customer innovatie gaat aanjagen. Als ze dan gebruik maakt van producten die komen uit de stimulering van cybersecurity-onderzoek dan is dat positief voor de ontwikkeling en verankering van een Nederlandse cybersecuritysector.

Ook lijkt het beoogde kabinet te hebben geluisterd naar een aantal punten van kritiek vanuit de samenleving over de Wcc3, de Wiv en de bewaarplicht. Er worden kleine en grotere toezeggingen gedaan om de scherpe randjes van deze voorstellen af te halen. Er wordt een begin gemaakt met transparantie over de aanwending van bepaalde bevoegdheden.

Wat nog mist is de Europese samenwerking om binnen de eengemaakte Europese markt de cybersecurity-doelen te bereiken. Maar cybersecurity staat overduidelijk wel op de agenda van deze coalitie en dat is de grootste plus van dit akkoord.

Onderwijs en arbeidsmarkt

Wat valt er in positieve zin op?

  • In het akkoord wordt bevestigd dat de curriculumherziening wordt doorgezet. Hiermee krijgt digitale geletterdheid dus definitief een plek in het onderwijscurriculum van scholen in het basis en voortgezet onderwijs. De ambitie is om dit nieuwe curriculum in 2019 wettelijk vast te leggen.
  • Het kabinet zal de manier van bekostiging van het hoger onderwijs herzien. Dit heeft te maken met de verdeling van geld tussen verschillende opleidingen. Specifiek aandachtspunt is dat men technische opleidingen die snel groeien, niet meer van een numerus fixus kan voorzien. Hierdoor kunnen ICT-opleidingen ongehinderd doorgroeien.
  • Er komt een individuele leerrekening voor alle Nederlanders met tenminste een mbo of havo opleiding. Dit zorgt ervoor dat iedereen de mogelijkheid heeft om zich te blijven ontwikkelen.

 Wat kan beter?

  • Uit het akkoord blijkt niet dat er een integrale agenda over de verschillende ministeries wordt ontwikkeld om digitaliseringsvraagstukken te adresseren ten aanzien van onderwijs en arbeidsmarkt. Dit is nodig om te anticiperen op grote ontwikkelingen zoals robotisering en A.I.
  • Er wordt vooralsnog niet geïnvesteerd in het scholen van nieuwe informaticadocenten.

Wat is nog onduidelijk?

  • Het is de vraag hoe de individuele leerrekening wordt gefinancierd, mede in het licht van o&o fondsen. Nederland ICT vind het belangrijk dat alle medewerkers van een dergelijke leerrekening kunnen profiteren.

Conclusie

Op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt heeft het kabinet een aantal juiste prioriteiten te pakken. Zij zien het belang van toekomstgericht onderwijs. Daarnaast wordt de opgave om werkenden verder te ontwikkelen geadresseerd. Tegelijkertijd ontbreekt een meer integrale visie over de verschillende onderwerpen heen. Er liggen echter voldoende aanknopingspunten om deze alsnog te ontwikkelen.

Duurzaamheid

Wat valt er in positieve zin op?

  • Het akkoord heeft een ambitieus klimaatbeleid, inclusief versnelling van het aanbod aan duurzame energie. De genoemde voorstellen steunen de ambitie van de ICT-sector om klimaatneutraal te zijn in 2030. De genoemde maatregelen vragen bovendien om ICT-oplossingen voor een slim en flexibel energiesysteem.
  • Aan het eind van de regeerperiode mag er geen nieuwbouw meer aangesloten worden op gas. Dat vraagt om warmtenetten die gebruik maken van restwarmte. Dit biedt kansen voor datacenters die restwarmte terugleveren aan lokale warmte/koude netten.
  • Er komt een Nationaal Klimaat- en EnergieAkkoord, als vervolg op het SER EnergieAkkoord dat ook door Nederland ICT is ondertekend.

Wat kan beter?

  • Er had meer aandacht mogen zijn voor de impact van de energietransitie op het energiesysteem. Versterking van elektriciteitsmarkt is nodig door flexibiliteit in stroomgebruik meer te belonen.

Wat is nog onduidelijk?

  • De EnergieAgenda moet nog verder uitgewerkt worden.

Conclusie

Het Regeerakkoord heeft een ambitieus klimaatbeleid, dat verder gaat dan de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030. Deze ambitie zal worden uitgewerkt in een nieuw Nationaal Klimaat- en EnergieAkkoord, ondersteund door een Klimaatwet. Nederland ICT is als ondertekenaar van het huidige SER EnergieAkkoord positief over deze verdere versnelling van de energietransitie, en draagt graag weer bij aan de uitwerking van deze volgende fase. De extra investeringen in het aanbod duurzame energie ondersteunen ons streven om in 2030 een klimaatneutrale ICT-sector te zijn. Daarnaast zullen slimme ICT-oplossingen hard nodig zijn om het variabele aanbod met flexibele vraag in balans te houden, zodat het elektriciteitsnet betrouwbaar en betaalbaar blijft. De expliciete aandacht voor warmtenetten met duurzame restwarmte is positief en de concrete ambitie om aan het eind van de regeerperiode geen nieuwbouw woningen meer op aardgas aan te sluiten spreekt tot de verbeelding. Hier liggen kansen voor datacenters om restwarmte terug te leveren aan de omgeving op laag temperatuur warmtenetten.

Digitale overheid

Wat valt er in positieve zin op?

  • Digitalisering bij de overheid staat hoog op de agenda. Het kabinet wil een ambitieuze, brede agenda voor de verdere digitalisering van het openbaar bestuur op verschillende niveaus ontwikkelen. Nederland ICT pleit al langer voor een meer integrale aanpak van de digitale uitdagingen voor de overheid.
  • Er is meer ambitie op het gebied van open data. Het is goed dat daar aan wordt gewerkt, omdat dat nu nog te vaak onduidelijk is wat overheden wel en niet mogen met data.
  • Verbetering van de digitale dienstverlening van de overheid staat op de agenda. Daar valt nog veel te winnen. Nu staan de diensten en producten van de overheid nog teveel centraal. De burger moet centraal komen te staan.

Wat kan beter?

  • In het regeerakkoord staat dat de expertise binnen de overheid, ook op het terrein van ICT omhoog moet door het beloningsniveau zodanig te maken dat schaars personeel in dienst kan worden genomen. Hoewel dit op korte termijn een oplossing kan zijn, is het belangrijk dat er structureel wordt gewerkt aan het kennisniveau binnen de overheid. Kennis van digitalisering moet een vereiste zijn bij de ambtenaren die via de Algemene Bestuursdienst (ABD) binnen de overheid worden ingezet.
  • Een opmerkelijke passage uit het regeerakkoord is dat het Rijk voortvarender dan voorheen gaat beslissen welke producten en diensten zij zelf ontwikkelt en welke zij door marktpartijen laat ontwikkelen. De overheid moet niet concurreren met wat in de markt al beschikbaar is. De overheid zou met kennis van zaken goed samen moeten werken met de markt om te investeren in een toekomstvaste digitale dienstverlening.

Wat is nog onduidelijk?

  • De Generieke Digitale Infrastructuur wordt niet genoemd. Dat moet de basis infrastructuur worden van de digitale overheid.

Conclusie

Op het gebied van de digitale overheid wordt de ambitie rond open data herhaald. Daar liggen nog veel kansen. Maar daar zal wel een verduidelijking nodig zijn voor overheden wat ze wel en niet met data mogen doen. Dat is nu nog vaak te onduidelijk.

Het kabinet wil een ambitieuze, brede agenda voor de verdere digitalisering van het openbaar bestuur op verschillende niveaus ontwikkelen. Nederland ICT pleit al langer voor een meer integrale aanpak van de digitale uitdagingen voor de overheid. Het rapport Maak Waar dat dit voorjaar verscheen schept daar een aantal randvoorwaarden voor. Onder andere het kennisniveau van ICT binnen de overheid moet omhoog. Daar wordt in het regeerakkoord echter geen aandacht aan besteed, anders dan door hogere beloning mogelijk te maken. Een opmerkelijke passage uit het regeerakkoord is dat het Rijk voortvarender dan voorheen gaat beslissen welke producten en diensten zij zelf ontwikkelt en welke zij door marktpartijen laat ontwikkelen. De overheid moet niet concurreren met wat in de markt al beschikbaar is, maar moet samenwerken met de markt aan dienstverlening waarin de burger centraal staat. De doorontwikkeling van mijnoverheid.nl moet ook in dat licht bezien worden. Opvallend is dat de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) niet wordt genoemd.

Dat grote ICT-projecten standaard getoetst worden door het Bureau ICT-Toetsing (BIT) is voortzetting van het huidige beleid.

Innovatie

Wat valt er in positieve zin op?

  • Er is expliciet aandacht en budget voor eHealth-oplossingen.
  • Er komt meer ruimte voor experimenteren met regels om innovaties een kans te geven.
  • Bij ontwerp, aanleg en onderhoud van infrastructuur wordt rekening gehouden met zelfrijdende voertuigen en benodigde systemen in of langs de weg. Overheidsinformatie over verkeer wordt zoveel mogelijk via open data beschikbaar gesteld voor voertuigen, apps en reisplanners. Om ieders privacy te waarborgen worden er spelregels vastgelegd over de eigendom en het gebruik van reisdata.
  • Het innovatiebeleid, en dus ook het topsectorenbeleid, wordt sterker gefocust op grote maatschappelijke thema’s zoals bijvoorbeeld de energietransitie en landbouw/voedsel.
  • Fintech-bedrijven krijgen meer ruimte om te innoveren.

 Wat kan beter?

  • Binnen het innovatiebeleid en de topsectoren worden een aantal technologieën specifiek genoemd: quantum/hightech/nano/fotonica. In een steeds sneller technologisch veranderende wereld is het niet zinvol om specifieke technologie te benoemen. Daarnaast worden veel technologieën niet genoemd. Beter is om in combinatie met de focus op de maatschappelijke thema’s te kijken welke digitale technologie past bij de innovatieve kansen binnen die thema’s.

Wat is nog onduidelijk?

  • De beschikbaarheid van financiële ruimte voor ondernemers moet via InvestNL gestimuleerd worden. Daar moeten niet al te veel administratieve lasten aan verbonden zijn.

Conclusie

Innovatie krijgt de ruimte in het nieuwe kabinet. In de zorg, mobiliteit en financiële sector worden de kansen van digitalisering gezien. Meer ruimte om te experimenteren met regels moet innovaties ook meer ruimte geven. Een focus om meer maatschappelijke thema’s als leidraad te nemen in plaats van sectoren lijkt ook een verbetering. Alleen moet er dan breder worden gekeken naar interessante technologieën die daar een rol in kunnen spelen en moet niet vooraf een beperkt aantal benoemd worden.

Digitale infrastructuur

Wat valt er in positieve zin op?

  • Het regeerakkoord geeft aan dat de digitale infrastructuur een cruciale pijler is van het Nederlandse vestigingsklimaat.
  • Het regeerakkoord stelt dat er bij het ontwerp, aanleg en onderhoud van infrastructuur rekening wordt gehouden met zelfrijdende voertuigen en benodigde systemen in of langs de weg.

Wat kan beter?

  • Het infrastructuurfonds wordt omgevormd tot een mobiliteitsfonds. Goed dat het beoogde kabinet zich wat los lijkt te weken van de klassieke infrastructuren en ook innovatieve mobiliteit wil stimuleren. Het zou goed zijn als hierbij ook wordt gekeken naar de rol die de digitale infrastructuur daarin speelt. Deze infrastructuur is nu volledig privaat gefinancierd, terwijl andere infrastructuren kunnen rekenen op miljarden aan publieke investeringen.
  • De digitale infrastructuur komt nauwelijks aan bod terwijl dit dé basis is voor de digitale economie. Zonder hoogwaardige digitale infrastructuur zal de door de partijen gewenste digitalisering van domeinen als zorg en mobiliteit stil komen te vallen. Een plan om Europees koploper op het gebied van digitale infrastructuur te blijven ontbreekt.

Wat is nog onduidelijk?

  • De plannen met betrekking tot de bescherming van de bedrijven in vitale sectoren.

Conclusie

Het regeerakkoord erkent het belang van de digitale infrastructuur voor Nederland (als vestigingsfactor) maar gaat voorbij aan de noodzaak en de maatregelen die nodig zijn om deze infrastructuur toekomstbestendig te maken, zodat het dient als basis voor alle toepassingen op het gebied van transport, mobiliteit, zorg, onderwijs. Hiermee laat het regeerakkoord een belangrijke kans liggen.

 

Hebben we iets gemist? Of heb je andere aanvullingen en opmerkingen? Laat het ons weten!